pe1ogx.reismee.nl

Caral.

Caral is is een van de oudste opgegraven beschavingen in de wereld. Minimaal 5000 jaar oud. Andere vergelijkbare oudste beschavingen in wereld zijn gevonden in egypte, China en India. Ouder is niet echt vindbaar.

Caral is pas geleden ontdekt door een peruaanse archeologe die ontdekte dat bepaalde bergen een merkwaardige gelijkvormigheid hadden. Toen ze ging graven bleken zich onder de verweerde zand en steen bulten pyramides te bevinden. Na verder graven bleken dat complete steden te zijn waar een heel volk en cultuur geleefd heeft. Deze cultuur wqas niet alleen pre Inca maar eerder pre pre inca. Tussen de inca periode en deze cultuur zijn nog aan aantal ander grote culturen met bijbehorende rijken geweest. De Inca's waren alleen de verre nazaten van deze cultuur.

Wij wilden dus een dagje deze overblijfselen bezichtigen. De lokatie ligt niet heel ver weg. Iets ten noorden van Lima. We gingen met zijn vieren. Ati, ik en Enver met zijn vriendin in de Auto van Enver naar Caral. Nu heeft Enver een hele mooie lux volvo voorzien van airco en alles. Een stevige auto dus. Het eerste deel (een paar uur) rijden we door het Lima gekkenhuis. Enorme verkeerschaos waarvoor je een ware circusartiest moet zijn om heel door te komen. Langzamerhand worden de wegen beroerder en de verkeersdrukte neemt ook wat af. Na een paar uur rijden zijn we de stad Lima uit. De weg is inmiddels amper een weg. Meer een soort van karrespoor. Dat verandert als we in een woestijngebied komen. Het karrenspoor wordt breder maar moeilijker. Het spoor is bezaait met zeer scherpe steen scherven. De Auto van Enver is niet echt uitgerust om door zulk terrein te rijden met zijn dunne banden en groet velgen. Wij zaten wel lekker comfi in de zachte kussens met de airco aan. Buiten was het bloedheet. De autozelf had er meer moeite mee. Ik was best wel bang dat we een band lek zouden rijden op die scherpe stenen. We zaten ook een aantal keer met de wagen aan de grond, en een paar keer een grote klap als er een kei tegen de onderzijde van de wagen batste.

Na ruim een uur door de hete woestijn geploeterd te hebben kwamen we eindelijk op een punt waarvan we dachten dat het nooit zou komen. CARAL.

De site is zeer recent een beetje uitgegraven. Er is ook bijna geen toerisme. Niet onlogisch als je ziet hoe moezaam het is om er komen. Er waren niet eens bordjes die aangaven hoe we moesten rijden. Ergens op een stuk muur stond hier en daar Caral met een pijltje gekladdert. We zijn dus ook diverse keren verkeerd gereden. Op de plek zelf waren wel een soort mooie rieten hutjes neer gezet. Daaronder kon je een koele versnapering kopen en er waren display's neergezet waarin het hele verhaal over caral wordt uitgelegd.

De opgraving is verder behoorlijk groot. De rondleiding duurde ook een paar uur. Caral was een dorp of stad bestaande uit een aantal pyramides met bijgebouwen en huisjes er omheen. Ook waren er speciale open plaatsen en een soort amphi theater achtige plaatsen voor waarschijnlijk religieuze doeleinden.

Alles is gelegen in een soort van valei of dal. Een dal dat vroeger vruchtbaar geweest moet zijn en zeer droog, stoffig en heet is. Maar dat is op het eerste gezicht. Achter de bergen loopt een rivier. Nu een zielig stroompje maar wel met veel groen er omheen. In het voorjaar schijnt het het hier heel erg te kunnen regenen. Zo erg dat je van je sokken gespoeld wordt. Het zielige stroompje wordt dan een hele grote kolkende rivier.

De bewoners van Caral gebruikte dit gegeven om hun valei vruchtbaar te houden. Gedurende de droge tijd bevloeiden ze het land met water uit de rivier. Tevens spaarden ze waarschijnlijk water op. De valei bleef daardoor groen en vruchtbaar. Vermoedelijk is Caral ooit verlaten door een extreem El Nino jaar waarbij alles onderliep en wegspoelde. In de opgravingen zijn daar sporen van gevonden. De mensen hebben toen Caral verlaten om een betere veiligere plaats te vinden. Caral overlatend aan het stof van de de vergetelheid zodat het 5000 jaar later weer kan worden gevonden en opgegraven.

Caral is nog maar pas gevonden en de grootste gedeelten zitten nog verstopt onder het eeuwige stof. Er moet nog zeer veel werk verzet worden voordat alles weer boven de grond is. Toeristisch is het ook een behoorlijk onontgonnen gebied. Er komt af en toe een verdwaalde toerist zoals wij langs. En verder af en toe een bus van een georganiseerde bezichtiging. Verder is het zeer rustig. Zeker in vergelijking met bijvoorbeeld MachuPichu waar je over de hoofden moet lopen.

Na de bezichtiging zijn we een andere moeilijke weg naar huis gereden. Deze zou beter zijn. Nu de weg was korter maar beter is nog de vraag. We moesten nu zelfs met de Volvo een rivier doorsteken.

Mensen die naar Peru gaan moeten er op rekenen dat het reizen in Peru een meer dan zware klus is.

We waren vrij laat pas weer thuis in Lima. Maar wel met een gevoel van blij dat we deze tocht gedaan hebben.

MachuPichu.

En nu staat Pichu op het programma. Machu Pichu is wel bekend natuurlijk. Het is niet zo oud en ook niet zo groot. Oorspronkelijk wilden we de drie daagse voettocht via de Incatrail naar Machu Pichu maken. Helaas kwamen we er een paar maanden eerder in Nederland al achter dat dat niet meer mogelijk was.

Omdat de Peruaanse overheid ter bescherming van de trail een beperking heeft gesteld aan het aantal mensen dat per dag de trail mag belopen is de trail al 6 maanden van te voren vol geboekt. Een begrijpelijke maatregel. Maar helaas kwamen wij daar te laat achter.

Het alternatief is de trein die daar tegenwoordig naar toe loopt. Achteraf ben ik wel een beetje blij dat we niet de trail gelopen hebben. We waren namelijk beide een beetje ziek. We waren allebei enorm verkouden waardoor we 's nachts in het hotel nauwelijks aan slapen toekwamen. De door de verkoudheid moeizame ademhaling in combinatie met de grote hoogte (3500m en af en toe 3800m) onstane kortademigheid maakte dat we ons niet heel erg happy voelden.

Wij dachten dan even lekker met het treintje naar Machu pichu te gaan. Dat treintje was er. En inderdaad dat was een prettig treintje. Je moest alleen ook eerst naar dat treintje toe. Nou dat bleek een mijl op 7. Door weeks vertrekt dat treintje vanuit Cusco. Dat is ideaal. want ons gasthause zit in Cusco. Alleen helaas niet op zaterdag. Wij moesten om 4 uur op. Dan gingen we (met 12 man!) in de foetus houding in een minibusje twee en en halfuur hobbelen en haarspeldbochten naar het treinstationetje. Overbodig om te zeggen dat we door deze rit nog veel zieker misselijker waren dan alleen door de verkoudheid.

Maar na die tijd kwamen we uiteindelijk aan op het stationentje. We moesten even wachten. Die tijd gebruikten we om even bij te komen en onszelf uit de foetus houding ontvouwen. Er bleken drie soorten treintjes te zijn. Een super de luxe orient express achtige trein. Een treintje met panorama ramen in het dak en een wij hadden de economy trein.

Het was wel bijzonder jammer dat we dit soort van info niet eerder van onze gids kregen die we van te voren vanuit Nederland via internet hadden benaderd. Dan hadden niet op zaterdag maar op vrijdag naar Machu Pichu gegaan. Dan was de foetushouding busreis niet nodig geweest. Ook hadden we misschien de panorama trein kunnen kiezen. Om een of andere reden lopen al dit soort van dingen hier op vierkante wielen. Het gaat allemaal wel maar het kan zoveel beter. De meerwaarde van onze gids was er eigenlijk niet. We hadden ook gewoon zelf een kaartje voor de trein kunnen kopen.

Maar ja het ging zoals het gaat. We zitten inmiddels lekker in de trein waar we ook nog een in de trip inbegrepen drankje konden nuttigen. Het was een zeer comfortabele rit van ruim drie uur. Het treintje dat niet erg snel rijdt slingert zich ook dwars door de jungle en rijd voornamelijk omlaag. Machu pichu ligt niet heel erg hoog. Wel op een bergpuist maar niet zoals iedereen denkt extreem hoog. De plaats Cusco ligt veel hoger. Het klimaat in MachuPichu is ook tropisch. Erg warm en benauwd. Ook muggen zijn er hier. Dus deet op armen en benen. Er worden ook overal regenjassen verkocht omdat het in MachuPichu erg vochtig kan zijn en kan regenenen. Wij hadden ze niet nodig. Het was droog en erg warm.

Uiteindelijk stopt het treintje in een klein stationetje onderaan de MachuPichubult. We moesten weer in een bus. Niet zo'n erge foetusbus als die andere maar ruim was het bepaald ook niet. Dit keer was weg alleen heel vreselijk. Een eindeloos aantal haarspeltbochten en veel kuilen en gaten. Deze bustrip duurde ook weer een uur ofzo.

Plusminus 8 uur later na vertrek uit het hotel stonden we uiteindelijk voor de ingang van MachuPichu. Ik denk echt dat als we ons niet zo hondsberoerd t.g.v. de verkoudheid gevoeld hadden we veel prettiger de hele inca trail hadden kunnen lopen. Lopen is denk ik zo veel beter dan foutusbussen. pff. De inca's deden het indertijd veel slimmer denk ik.

Maar MachuPichi blijkt zeker de moeite waard. Het is werkelijk een wereld wonder. De inca's hebben c.a. 500 jaar bestaan. Totdat de spanjaarden ze in 1535 ofzo vernietigeden. De laatste inca koning heeft vlak voor het laatste deel van het inca rijk viel verdoneerd om MachuPichu te verlaten. Alle mensen zijn gewoon uit MachuPichu weggegaan en toegangswegen hebben ze vernietigd. Waarschijnlijk is het de bedoeling geweest om later als alle spaanse narigheid overgewaait zou zijn weer terug te komen. Helaas is dat nooit gebeurt en is het hele MachuPichu vergeten en in vijfhondert jaar geheel overwoekerd door planten.

MachuPichu is begin 20ste eeuw herontdekt door een amerikaan die alles heeft schoon gemaakt en uitgegraven. Ook heeft deze amerkaan alle kunstschatten gestolen en naar amerika versleept. Het zijn er duizenden. Deze kunstschatten liggen nu ongeveer al een eeuw in amerikaanse universiteits kelders verstopt. Niemand kan en mag erbij. Er wordt ook geen onderzoek aan gedaan ofzo. Gewoon lekkere amerikaanse hebberigheid weer.

Wat er nog wel is zijn de gebouwen natuurlijk. De mensen die in MachuPichu woonden waren nog zelfvoorzienend ook. Behalve huizen zijn er in MachuPichu ook de nodige terrassen waarop landbouw bedreven werd. En was zelfs een soort landbouw laboratorium. De hoogte verschillen tussen de terrassen zijn aanmerkelijk. De hoogste terrassen hebben daardoor een ander microklimaat dan de lagere. Daar liet men ook ander soorten planten (meestal aardappelen en mais) groeien. Zo experimenteerde men met soorten welke waar het beste groeiden. Deze kennis is o.a. voortgekomen uit een pollen onderzoek in de voor de terrassen gebruikte grond.

Op een hoog punt in MachuPichu bevind zich een uitgebreide zonne wijzer toestand. Dit was voor de zonnegod die men vereerde. Maar ook practisch. Men bepaalde hier ook mee wanneer men moest gaan zaaien en oogsten.

Water komt van nog altijd aanwezige bronnen. Via een een slim systeem van kanelen en goten werden zowel de terassen als huizen voorzien van vers en gezond water. Het systeem functioneerd ook nog altijd. Er loopt echt nog altijd water door de kanaaltjes.

De stad ziet er echt uit alsof iedereen zo is wegggelopen. Het is echt een super geluk dat de stomme spaanse barbaren dit nooit gevonden hebben. Het enige dat nu ontbreekt zijn de daken. Die waren ooit van hout en riet. En dat is in de afgelopen 500 jaar weggerot en gewaait. Want de wind kwam natuurlijk wel in de stad.


We hebben met veel bewondering en plezier MachuPichu gezien en mischien willen we er nog wel een keer heen. Alleen gaan we dan wel lopen. Eerst moeten we nu weer een uurtje of acht terug hobbelen met foetusbusjes.

Cusco

En dan onze trip naar cusco. Cusco is een oude in de hoogvlaktes gelegen (3500 meter hoog) hoofdstad. De stad is ook echt zeer en zeer oud. De inca's waren de laatste oorspronkelijke bewoners. Daarna kwamen de spaanse conquistadors die vrijwel al het Inca en pre Inca spul verwoest hebben.

Ondanks de spaanse geweldadige vernietigings drang is er bijzonder veel inca spul bewaard gebleven. En dat is voornamelijk te danken aan de kwalitatief zeer hoogstaande bouwmethodes van de Inca's. Van veel Inca bouwwerken zijn de fundamenten en onderste muurdelen nog volledig intact. Ook de watersystemen die de stad van vers en gezond drinkwater voorzagen zijn nog volledig operationeel en werkend. Momenteel is dat alles zo'n 1000 jaar oud. Het heeft diverse zeer zware aardbevingen overleeft en functioneerd nog gewoon. Het is echt onvoorstelbaarbaar. Als je de muren ook nu ziet, ziet het er helemaal niet oud uit ofzo. Het lijkt of het een paar jaar geleden pas gebouwd is.

Je ziet ook dat de spanjaarden echt een stel ongelovelijke barbaren waren. Zij hebben dus Cusco (en zeer veel andere dingen in de omgeving) zo goed mogelijk proberen te vernietigen. Dat is alleen maar gelukt met de bovenste gedeelten van de huizen en heligdommen en tempels. De funderingen en onderste muurgedeelten bleken te sterk en zwaar. Uit narigheid hebben de spanjaarden hun spaanse huizen maar op de fundamenten en muurresten van de Inca's gebouwd. Uiteraard veel slechter. Die spaanse bouwsels moesten de afgelopen 500 jaar ook diverse keren worden herbouwd omdat alles door aardbevingen in elkaar donderde. Alleen de fundamenten en resten Incamuur overleefden die instortingen weer.


Ook de enorme grote megalomane kerk is gebouwd op formalige tempel resten van de inca's. De oorspronkelijke spaanse ontwerper had een veel hogere kerk in zijn hoofd om te bouwen. Maar dat kon niet gerealiseerd worden omdat aardbevingen roet in het eten gooiden. De kerk is dus minder hoog dan de bedoeling. Ondanks dat moest de kerk toch diverse keren opnieuw gebouwd worden door aardbevingen. Alleen de Inca tempel ruines waar de kerk op staat zijn al 1000 jaar onaangetast en overleven steeds weer alle aardbevingen.


En in Cusco staan liefs 18 van dit soort van enorme kerken. De kerken zijn binnen zeer overdadig beladen met goud en zilver. Ze hangen helemaal vol met met enorme gouden en zilveren lijsten die om veel schilderijen en voorstellingen zitten. De grootste kerk is in het bezit van 10 ton (gewicht) aan zilver. Ik vind het altijd een zeer schril contrast als je weet dat een kerk zo rijk is en dat je dan buiten op tredes voor de kerk een jonge moeder met een kindje ziet bedelen.

Al dit goud en zilver is op een of andere manier getolen en geroofd uit de oude inca tempels of gewoon door inca slaven die hun hele leven met kwik enzo in de weer moesten zijn uit mijnen gehaald.

Er wordt altijd verteld dat de Inca cultuur nogal barbaars was met mensen offers enzo. Ik heb de indruk dat de Ina's en de pre Inca volken eerder bewonderenswaardig goede ingenieurs en agrariers waren. Ingenieurs die met hun supergoede bouwwerken terdege rekening hielden met hun omgevingen en de natuur. Zij engineerde niet ten koste van de natuur maar met de natuur. Op die manier konden ze toch 500 jaar lang een bevolking van 20 miljoen! zielen voeden en een goed leven laten hebben. En dat in een behoorlijke vijandig omgeving waar vruchtbare grond zo weg spoelt en makkelijk verwoestijning plaatsvind.

Ik heb de indruk dat de spanjaarden de echte lompe barbaren waren en veel van de verhalen over de vreselijke geweldadige Inca's verzonnen hebben om hun eigen wandaden te verdoezelen.

Al met al, als je nu door cusco loopt is het zeer bijzonder om alles te zien en de verhalen te horen over de inca's en pre inca geschiedenis van Cusco. Cuco was ver voor de Inca's kwamen immers ook al een grote hoofdstad.

Rosa de Lima

Vrienden hebben ons gevraagd om een brief met wensen in de wensput van het klooster van de Rosa van Lima te gooien. Omdat we toch in Lima zijn is dat natuurlijk zo gedaan. De Rosa van Lima was een bijzondere vrouw die haar korte ascetische leven in afzondering en kuisheid heeft doorgebracht. Ze had een grote kennis van planten en kruiden en heeft daar veel mensen mee kunnen helpen. Zij hielp ook iedereen. Dus ook zwarten en kleurlingen die in die tijd nog niet als mensen gezien werden. Dat was dus zeer bewonderenswaardig. Helemaal in die extreem gewelddadige tijd van Spaanse conquistadors. Naar haar is ook een bijzondere tulp variant genoemd die alleen nog in Nederland wordt gekweekt. De brief zal daar ook wel iets mee te maken hebben. Wij hebben hem niet gelezen. We zijn alleen maar postbode. Deze foto's zijn het bewijs dat de brief terecht gekomen waar hij moest.


Er zijn heel erg veel heel erg grote kerken in Lima. Het was nog even zoeken naar het klooster van Rosa de Lima. Van buitenaf een beetje verstopt gelegen in de grote stad. Het klooster zelf was erg mooi en een oase van rust in de onwijze drukte van de grote stad.. We hebben even gesproken met de padre en hem het artikel over de bewuste tulp overhandigd. Ze vonden dat erg leuk.


Nadat we bioj het klooster geweest waren hebben we nog even door de stad gelopen en ons vergaapt aan de toch wel mooie architectuur die overal zichtbaar is.

Tweede boottocht.

Tweede boottocht.

Omdat de eerste boottocht erg leuk was wilden dat nog een keer doen. Ati had de gids 'David' gebeld en om 11 uur afgesproken bij het blubberhaventje van de Yarinacotches. Dus wij 's ochtends met een driewiel knorrepot taxi naar de Yarinacotches. Het is natuurlijk wel weer een klein uurtje overleven en je adem inhouden maar we zijn er gekomen.

We waren netjes optijd. Ongeveer kwart voor 11. En de Yarinacotches roken nog steeds net zo lekker als eerder. Alleen was onze gids net als zijn bootje nergens te bekennen. Omdat we erg optijd waren wachtten we gewoon af. De gids kan met een andere klant onderweg zijn en gewoon op tijd om 11 uur op komen dagen. Het wordt 11 uur, 11:05 enz. Om kwart over 11 besloten we om met een andere gids in zee te gaan. Nu vinden we de tijd niet zo erg. De mensen hier zijn ook niet zo erg van de tijd. Er was een ander probleem. We stonden al een half uur in de stinkende modder omringd door een wolk vliegen en muggen te wachten. En dat was minder leuk.

Vandaar dat we een andere gids namen. Deze gids had nog een langere tocht in het verschied ook. Een tocht van drie uur naar een zeer ver gelegen dorpje een eindje van de rivierarm af. We moesten daarvoor eerst een uur varen, dan uitstappen dan een tijdje met een driewiel brommert naar het afgelegen dorpje en dan het hele verhaal weer terug.

Dus wij aanboord bij deze man. We gaan nu de rivier arm in de andere richting op. We hebben prachtig weer en dicht langs de waterkant varen we rustig stroomopwaarts.
Het is weer genieten. De wilde natuur glijd rustig voorbij. In het begin komen we regelmatig een huisje of een kleine nederzetting tegen. Daar zie je dan vissende en zwemmende kinderen. Ook zien we natuurlijk volwassen mensen druk met hun dagelijkse bezigheden. Ze doen de was. Zijn bezig met hun huis of boot. Of ze zijn bezig met een vracht vruchten of knollen geoogst in het bos. Op het water is ook best druk. We komen regelmatig bootjes tegen. Bootjes geladen met groente of planken o.i.d. Ook complete gezinnetjes die waarschijnlijk boodschappen gaan doen in de stad.

Deze bedrijvigheid wordt echter langzaam minder. De huisjes langs oever liggen ook steeds verder uit elkaar. Er komt steeds meer jungle voorbij. Op het laatst zijn er geen huisjes meer en de steeds dichter wordende jungle wordt mooier. We steken de toch wel brede rivierarm over en gaan dicht langs de andere oever varen. Dat dicht langs de oever varen doen, of beter deden overigens alle bootjes. Er zijn inmiddels geen bootjese meer. Vermoedelijk is het veiliger om dicht langs de oever te varen. We moesten waarschijnlijk ook niet voor niets zwemvesten aan. Bij ander weer is dit water misschien best wel gevaarlijk. Maar vooralsnog is er niets te zien. We varen lekker rustig verder.

Onderweg zien we weer veel wilde vogels en zelfs een zwemmende luiaard. Eigenlijk wel een heel erg raar maar vriendelijk beest. Ik wist niet dat die beesten zwemmen konden. Nou zwemmen? Het beest vind het gewoon heerlijk in het water. Je kon gewoon zien dat het beest het naar zijn zin had. Maar zwemmen? Nee dat doet een luiaard niet. Af en toe beweegt hij een poot ofzo en dat wij langs kwamen (Of beter, we hadden hem bijna overvaren.) tilde hij zijn koppie op om ons te bekijken. Hij dobbert gewoon maar wat. Heeft geen doel. Heeft waarschijnlijk ook geen idee waar hij naar toe gaat. En als hij ergens tegen aan spoelt zal hij waarschijnlijk weer op het droge klimmen. Gewoon een vreselijk relaxed beest dus.

Na ongeveer een uur varen zien we een uit de jungle opdoemende steiger. De entre van een stad met de majestueuze naam San Fransisco. Bij de steiger gaan we van boord. We moeten een stuk lopen over een planken pad dat overgaat in een zandpad van harde rode klei om in de stad San Fransisco te komen. Het pad eindigd in een soort open plaats of plein van het dorpje. We zijn nu omringd allemaal kleine maar vrijstaande huisjes die het het dorpje San Fransisco vormen. Het is een mooi en ook schoon en netjes dorpje. De huisjes zijn vierkante bouwsels met een golfplaten of bladerendak. Ze zijn voorzien electriciteit en water. Ik zou er best kunnen wonen.

Op het dorpsplein konden we in een driewielbrommert stappen om naar het volgende plaatsje te gaan. De bestemming is Santa Clara. Het zou een klein uurtje rijden zijn.

Nou, het was iets meer dan een uurtje rijden. De reden was dat de kwaliteit van de weg iets minder goed was. We rijden eerst over een soort van bospad zeg maar. Mooie natuur om ons heen. Veel vogels en veel vruchtdragende bomen. Langzamerhand wordt het bospad smaller. De kuilen en diepe bandensporen in de keiharde gedroogde modder worden steeds groter. Ons driewielbrommertje heeft verduivelt veel moeite om er door te komen. De gaten zijn zo groot dat het hele brommertgeval er af en toe gewoon geheel in dondert. Met zijn ene aangedreven wiel heeft de brommert vervolgens de grootste moeite om er weer uit te klauteren. De chauffeur is een ware artiest in dit terein rijden. Het lukt hem steeds weer om door de volgende afgrond, kuil, gat, of dinges te ploeteren. Wij zitten achterin misselijk van de uitlaatgassen en voordurend alles vastgrijpend om maar niet overboord te donderen. Het lijkt wel een never ending achtbaan waar we inzitten. Met als extra geestveruimend middel grote wolken uitlaatgassen.

Ondanks de kleine fysieke ongemakken tijdens dit tripje konden we de overweldigende natuur goed bewonderen. Veel bomen, planten en struiken in bloei en veel vruchten overal. De natuur is zo rijk en vol met eetbare zooi dat het bijna paradijselijk te noemen is. Veel van de vruchten hebben we al in een of andere (drank achtige) vorm geproeft. En allemaal zijn ze bijzonder smakelijk tot eigenlijk gewoon onweerstaanbaar lekker gebleken. De natuur hier is werkelijk overdadig gul. Heel anders dan Nederland waar de helft van het jaar gewoon niets groeit en waar ook nog veel minder soorten zijn.

Een keerzijde is er natuurlijk ook. Dat zie je alleen al aan de moeizame weg die we moeten afleggen om ergens te komen. De prachtige natuur kan ook je ergste vijand worden als je bepaalde domme dingen doet. Verdwalen doe je hier zo. En in je eentje overleven in deze overdadige natuur waar ook nog hongerige wilde dieren kunnen zitten is toch niet heel eenvoudig. Voor de lokale bevolking zijn deze dingen dagelijkse kost. Het leven hier is dan ook minder eenvoudig dan je op het eerste gezicht zou zeggen.

Na een dik uur hotsebotsen kwamen we aan in SantaClara. Veel kleiner dan San Francisco maar met dezelfde bouwstijl. Vierkante huisjes met golfplaten daken. De muren van een houtachtige constructie die goed wind doorlatend is. Binnen is het dan fris en goed uit te houden. Er is in het midden een soort van dorpspleintje met marktachtige toestanden er omheen. Er waren maar een paar kraampjes open waar lokale huisvlijt verkocht werd. Die huisvlijt is bijvoorbeeld panfluiten, portomonaie, petjes, poncho's en sieraden kralerietis dingesjes. Best leuk want je kon zien dat de mensen het zelf aan het maken waren. Het was dus niet made in China. Dat heb ik ook wel eens gezien in de grote stad.

Na het bezoek aan het marktje hebben we nog iets gedronken in de lokale pub en zijn we ingescheept in de driewielbrommert. Het werd weer een dik uur hotsebotsen om terug naar San Fransisco te komen. Maar we hebben dit alles overleefd. Ook de boottocht terug gaf geen problemen. Het was wederom een prettige tocht waar we wederom onze grote vriend de luiaard tegen kwamen. Hij lag nog lekker zijn rondjes rond te dobberen. Hij keek ons weer aan met een blik van: Daar heb je die sukkels alweer.

Na het varen en vervolgens met de brommert terug naar het hotel kwamen we moe maar toch wel voldaan weer thuis. Alleen bleken de mensen in het Hotel heel erg ongerust te zijn omdat we zolang waren weggebleven. Volgens hun is het in de YarinaCotches niet bepaald ongevaarlijk en ze waren al aan reddingsacties aan het denken.

Oepsie??? En wij zaten al die tijd lekker zorgeloos op ons bootje naar een luiaard te kijken. Dat beest had dus nog gelijk ook met zijn blik van: wat een sukkels. Maar gelukkig is alles toch nog goed gekomen.

Boottocht

We kwamen 's ochtends aan in pucallpa.en wilden 's middags meteen al wat gaan doen. We zijn naar de wijk Yarinacotches gegaan om een boottochtje te maken. Pucallpa is best groot en de wijk Yarinacotches is een wijk aan de rand van een rivierarm. Veel modderige aanlegplaatsen. Een haven kun je het niet noemen. Omdat het nu herft is staat het water erg laag. Alle bootjes liggen in een laag stinkende modder vol met vliegen, muggen en afval. Enkele meters boven de modder staan eenvoudige huisjes op palen. De huisjes zijn van een erg open ontwerp. Een vloer met daarboven een dak van bladeren of golfplaat. De muren zijn van eenvoudige planken met grote kieren er tussen. Die kieren zijn express gemaakt om te ventileren. Het is hier zo warm en benauwd dat het voortdurend op de tocht zitten als je binnen zit geen straf is. Eigenlijk een primitief soort van airco. Als die laag modder niet onder het huis gezeten had was het best comfortabel wonen denk ik.

Als je daar met je mototaxi arriveerd wordt je meteen tegemoet gelopen door een hoop gidsen/kapiteins/booteigenaren. Allemaal hebben ze een geplastificeerd informatiefoldertje in de hand waarin de mooiste tochten beloofd worden. Wij gingen inzee met een jongen genaamd David. Hij heeft een mooie boot en bood ons een trip van een uur op de zijarm van de rivier aan. Met daarbij een bezoek aan een jungle dierentuin. De tocht was zeer leuk. Met de boot vaar je niet erg snel maar uiteraard vergezeld van een hoop herrie en stank van het motortje rustig langs de kust. Je kunt goed de natuur op de oever zien. Veel vogels en veel vruchtdragende bomen en struiken. Boven de bomen circelen grote roofvogels op zoek naar prooi. De boot is comfortabel, golfslag nihiel. Het is een kwestie van rustig genieten van het uitzicht. Wel zo ver mogelijk naar voren zitten. Daar zie je het meest en heb je het minst last van de motorherrie. Wij hebben genoten van deze tocht. De jungle dierentuin was ook bijzonder. Allemaal hokken op palen met ertussen ook op palen een planken looppad die de hokken met elkaar verbind. Het grootste deel van het jaar staat ook deze ondergrond (ook weer een stinkende laag modder zonder afval dit keer) onderwater.

De dieren in de kooitjes zagen er wel goed uit. Al waren de kooitjes een beetje klein. Ook een wrang idee dat de wilde natuur op een kippengaas afstand van de beesten staat. Zo'n dunne scheiding die voorkomt dat het aapje of de toekan een meter verder lekker vrij in een boom kan zitten. Je kon ook nog op de foto met een anaconda slang om je nek. Zo'n foto lijkt me best leuk, maar we hebben het niet gedaan omdat we dit soort van toeristisch gesol met dieren maar niks vinden. In het bij de dierentuin behorende restaurant/feestzaal hebben we lekkere camucamu limonade gedronken. Dat was echt lekker. En het leuke was dat je de camucamu om je heen ziet groeien. De camucamu was ook terpleke gemaakt van vers geplukte camucamu vruchten. Het restaurant was ook iets bijzonders. Echt midden in de jungle alleen toegankelijk met een bootje. Het is soort van zaaltje bestaande uit een vloer met een golfplaten dak en wat muurachtige dingen zeg maar. De ruige wildernis is direct buiten. Een feest hier moet toch wel bijzonder zijn met allemaal mensen die met een bootje uit de wildernis komen feesten. Na het drankje zijn we weer aan boord gegaan om terug te varen naar Pucallpa. De terugtocht was wederom genieten en lekker relaxed. We hebben veel foto's gemaakt en er een mooie herrinering aan.

Naar pucallpa.

Naar pucallpa.

Nu we toch in Peru zijn wilden we ook graag iets van de amazone zien. De natuur in de amazone moet overweldigend zijn. Dus met het vliegtuig van Lima naar Pucalpa. Het is een uurtje vliegen met een klein wat ouder straalvliegtuigje. De vlucht was heel prettig. Mooi uitzicht over het landschap dat van een ietwat ruige kust langzaam veranderde in het dichtbegroeide amazone gebied. In het kort gezegd ziet dat er gewoon uit als een enorme hoop broccoli, hier daar onderbroken door een rivier of meer.

Na een mooie landing 'waarbij iedereen moest klappen' stapten we uit op het vliegveld van Pucallpa. Dat klappen snap ik nooit. De vliegers doen toch gewoon hun dagelijks werk? Voor mijn werk wordt ook nooit geklapt. Maar voor de vliegers wel leuk denk ik. Bij het uitstappen werden we onmiddelijk overvallen door een zwoele zweterig warme deken van warme extreem vochtige lucht.

Pucallpa komt op mij over als een beetje een wilde stad. Zeer veel wegen onverhard. Geen straatverlichting en geen normale auto's. De bouwstijl van de huizen een beetje zoals je die ziet in oude westerns. De huizen hebben de vorm van een blokkendoos. Vierkant met een platdak. Meestal voorzien van een soort warande. Wel een beetje smoezelig,

Het belangrijkste vervoersmiddel is de z.g. mototaxi. Dat is een soort van driewielbrommerje. De voorste helft is een ouderwetse bromfiets. Meestal een honda. Aan de achterzijde zijn twee wielen bevestigd waarboven een bankje en dakje zijn gemaakt. Een van de twee achterwielen wordt maar aangedreven. Het is dus een 1x3 voertuig. De brommertjes rijden als duivels, maken veel herrie en nog veel meer stinkende rook. De straten hangen er vol mee. Af en toe wordt je gewoon misselijk van de stank. Maar een taxiritje kost maar weinig. 6 soles voor een rit van half uur. Na de dollemansrit van een half uur kwamen we aan in hotel d'selva.

Het hotel is een oase van rust. Van buiten ziet het er klein uit. Binnen is het erg luxe en comfortabel. Airco internet enz. Alles is er. Voor mensen die toevallig in de buurt zijn is dit hotel een aanrader. Het ligt lekker dicht bij het stads centrum. Je loopt er zo heen.

Het stadscentrum is inderdaad het hart van Pucallpa. Alles wat nodig is om een stad te laten functioneren is daar.. Gebouwen voor gemeentelijke diensten, banken en natuurlijk een kerk. Er moet ook getrouwd kunnen worden! De gebouwen zijn hier allemaal van steen en de wegen verhard. In het centrum is ook een overdekte markt waar je alle soorten groenten en fruit die je bedenken kunt kunt kopen. De markt heeft veel weg van de oosterse markt zoals wij die in beverwijk kennen.

In dit centrum hebben paar keer lekker rondgelopen, wat gegeten (lekker ijs) en de kerk bezocht. Best leuk. Ook de kerk als je religieus bent. Mij deed het niet zoveel. Het was een modern beetje pompeus gebouw. De markt is wel leuk om even te bezoeken.




Aankomst

We hebben een fijne vlucht gehad. Een klein beetje turbulentie misschien. Maar dat was geen probleem. We zijn keurig netjes om tien over zes geland. Er was nog wel iets anders apparts. We hadden de koffers voor de veiligheid in plastic laten sealen. Een heel mooi systeem totdat je het open moet maken, met een schaar die je niet mag meenemen en daarom waarschijnlijk zit ingeseald. Dan sta je dus erg te knoeien zeg maar. De foto is het eerste Lima dat ik zag toen ik uitstapte.